Informatie over armoede in Vlaanderen

Interview met vrijwilligers armoedebestrijding

Interview vrijwilligers Welzijnsschakel

Anita en Ronny, een jong koppel met twee kinderen, bezoeken Emilie en Nico als vrijwilligers van de welzijnsschakel. Ze vertellen hoe ze in contact kwamen met mensen die in armoede leven in hun eigen dorp. Hun inzet heeft hun kijk op armoede veranderd. Anita werkt als kinesist. Ze vergelijkt haar vrijwilligerswerk met de aanpak in het ziekenhuis. (de namen werden veranderd – Emilie en Nico zijn de hoofdfiguren uit de roman ‘ik ben iemand/niemand’)

Anita:

We werden gevraagd door een vrijwilliger om mee te helpen bij het Sint-Niklaasfeest en een nieuwjaarsbijeenkomst. Voor de kinderen was er een plezante poppenkastvoorstelling. Ondertussen planden de volwassenen het komende werkjaar.

Ronny:

We trokken ook met een busje naar een toneelvoorstelling over woonproblemen. De mensen in armoede van X. hadden het zelf in elkaar gestoken. Het stuk was aangrijpend en sterk. Zo iets doet je de ogen openen.

We zaten op het busje met mensen die in de gemeente soms scheef bekeken worden. We hebben samen gelachen en gepraat. Iedereen was content. Zo’n uitstap doet deugd. Sindsdien slaan we een babbeltje als we elkaar toevallig tegen het lijf lopen in de gemeente.

Anita:

Als kinesist in het ziekenhuis probeer ik op fysisch en psychisch vlak zoveel mogelijk hulp te bieden. Indien nodig verwijs ik door naar de sociale dienst.  Maar mijn taak is strikt omschreven en vooral beperkt in tijd.

In de welzijnsschakel is die beperking er niet. Het is de bedoeling om met de  mensen in armoede samen op weg te gaan. We leren elkaar kennen, gaan samen naar  activiteiten, luisteren naar elkaar en … we zien wel wat ervan komt.  Het is  de bedoeling om blijvend contact te houden, de ene keer kan je iets betekenen voor elkaar, de andere keer kom je ongelegen.  Is er hoge nood dan belt Emilie ons op en soms kunnen we helpen.

Op het werk zeg ik wat de patiënten best wel en niet doen in verband met hun ziekte.  Bij Emilie en Nico thuis ga ik niet zeggen wat ze moeten doen.

Het stuit mij nu tegen de borst als ik merk in het ziekenhuis dat rijke vooraanstaande mensen soms niet moeten betalen voor een consultatie, terwijl ze waarschijnlijk een goede hospitalisatieverzekering hebben. Ik weet ondertussen dat veel mensen met een laag inkomen onderzoeken en consultaties uitstellen omdat de rekening te zwaar is.

We zijn er ons altijd bewust van geweest dat er veel armoede was,  maar dat de groep hier op het platteland zo groot was, hadden we niet gedacht.  Bepaalde families kennen we sinds we kind zijn. Dat die mensen zovéél problemen ondervinden, daar stonden we niet bij stil.

Als vrijwilliger kregen we vorming over de vooroordelen tegenover  mensen in armoede.  Dat was interessant.

Vooroordelen rond roken, gsm -gebruik , huisdieren….we hebben er al veel over nagedacht… Die situaties herkennen we bij de mensen in armoede.  Op bijeenkomsten wordt er veel gerookt, heeft iedereen een gsm… Mensen in armoede leven op een andere manier, het is nooit in mij opgekomen om daarover te reclameren want ik zie ook hoe sterk de mensen zijn.  De rekeningen komen toe, ze kunnen niet betalen, er is maar weinig eten, er zijn gezondheidsproblemen, relatieproblemen,… dan kan je daar als ‘luisterend oor’ niet komen zagen dat ze beter niet roken.

Je kan alleen proberen begrijpen dat mensen hun uiterste best doen.

Zo’n voorbereiding of vorming voor je met mensen in armoede op weg gaat, is belangrijk en noodzakelijk.

Ronny:

Dikwijls als ik bij Emilie en Nico ga, zit ik met mijn mond vol tanden. Ze ervaren toestanden die ik niet ken. Ze zijn bereid om -volgens mij- onaanvaardbare risico’s te nemen. Ze brengen elke keer verhalen die normaal gezien in de krant komen.  Daarom is het goed dat vrijwilligers af en toe met elkaar ervaringen kunnen uitwisselen.

Anita:

Het deed deugd te horen dat een andere vrijwilligster ook niet goed weet hoe ze op sommige toestanden moet reageren. Mochten  we alleen maar op bezoek gaan en er nooit met elkaar kunnen over praten, dan zouden we zelf snel hervallen in veroordelen of “ambetant” worden bij zoveel onmacht.

Ronny:

In de vorming kregen we ook te horen dat je niet moet denken dat je iets kan veranderen.  Gewoon bij de mensen zijn en aan hun kant staan is al veel. Toen het raam van de living kapot was, heb ik één keer aangeboden om er iets aan te doen. Wanneer ik merk dat er geen reactie komt, is dat misschien een teken dat ze het voorlopig zo willen laten. Het is aan Nico en Emilie om zelf iets te vragen als ze dat willen. Het is hun keuze en ik ga mij niet ergeren als ze er niets aan doen.

Anita:

Op een van de bijeenkomsten had ik toch een opmerking gegeven over de rook die er hing. Iemand heeft toen gezegd : rokers moeten buiten gaan staan.

Er was in de zaal toen nog geen rookverbod. Binnen de twee minuten wilden een paar genodigden vertrekken.  In allerijl zijn we die mensen achterna gelopen om te zeggen dat ze wel  binnen mochten roken.  Ze waren immers uitgenodigd. Er was een dame bij die al een jaar niet meer buiten durfde komen.  Het was zonde om ze dan terug naar huis te jagen.

Ronny:

Tijdens de groepsuitstappen gaat een gezin mee met een gehandicapte dochter en nog 2 andere kinderen met problemen. De moeder is zwakbegaafd.  De vader probeert  alles  in goede banen te leiden… We hebben  grote bewondering voor die man.  Zo geduldig, zoveel kunnen verdragen van zijn dochter: schoppen, duwen en roepen… dat moet wel  liefde zijn. Natuurlijk leeft die familie op een totaal andere manier dan wij, maar op hun manier doet ze het heel goed.

Anita:

Ik besef nu dat de meeste mensen die in armoede leven geen profiteurs zijn maar heel hard moeten knokken om te overleven. Ik heb respect voor hen.

Het engagement dat Emilie en Nico op zich nemen, zou ik niet aankunnen. Zij zorgen voor 4 kinderen en de huisdieren die ze gekregen hebben. Emilie heeft iets zeer “verzorgend” in haar. Ze wil het allemaal goed doen. Soms groeit het boven haar hoofd. Ze gaat zo veel engagementen aan dat het normaal is dat het soms uit de hand loopt.

Ronny:

Ik versta af en toe zaken niet. Nico steekt veel geld in zijn computers en bijbehoren. Maar ik zeg daar weinig over. Het is zijn keuze.

Anita:

In het begin verstonden wij niet waarom we bij  Emilie en Nico moesten gaan. Zij hadden volgens ons slechts tijdelijk een financieel dipje.

Toen we hen beter leerden kennen, werd duidelijk dat ze al lang vast zitten in armoede en dat ze er moeilijk uitgeraken.

Bij Emilie en Nico was de armoede weggestoken. Nu zien we daar door.

Ik denk dat ze in het begin hun best deden om te tonen dat alles vlug opgelost zou zijn.  Dat was waarschijnlijk uit schaamte.

We zijn anders opgevoed, hebben andere manieren van doen, maar het is de moeite om samen verder op weg te gaan. Door de tijd heen hebben we elkaar beter leren kennen en we respecteren elkaar.

Ik kijk nu op een totaal andere manier naar armoede.

Als mensen de beruchte vooroordelen uiten, heb ik onmiddellijk het beeld voor ogen van twee kleine kinderen uit een zwaar generatie -arm gezin. Ik reageer dan : sommige kinderen worden geboren bij ouders die hen echt niet kunnen opvoeden. Hoe moeten deze kinderen dan leren  praten, communiceren, sociaal zijn?

De kinderen hebben geen voorbeeld. In de welzijnsschakel kunnen we zonder te beleren van elkaar zaken opsteken. Vaardigheden en houdingen veranderen echter maar heel langzaam.

De mensen in armoede kunnen ergens naartoe, ze ondervinden er warmte, ze behoren tot een groep.

Het is ook belangrijk om met een kwinkslag om te gaan met mensen in armoede. Als je vertrouwen hebt, kan je heel veel zeggen al lachend. Ze kunnen veel aan.

Ik kom onmiddellijk op tegen vooroordelen omdat ik nu veel beter weet wat armoede is. Ik ben zelf geconfronteerd met de mensen. In feite zouden alle OCMW – medewerkers, hulpverleners en politiekers ook in een groep zoals de welzijnsschakel moeten meewerken. Hun ideeën zouden daardoor veranderen.

Ronny:

Heel veel hangt af van het nest waarin je geboren bent.

In veel gezinnen zitten de ouders  bij hun kinderen om het schoolwerk te maken, om voor te lezen of gezelschapspelletjes te spelen… Als je dat niet doet, zitten de kinderen met een  achterstand, die ze moeilijk kunnen inhalen.

Anita:

We proberen die vooroordelen wat uit te leggen , maar het lukt niet altijd.

Sommige mensen luisteren zelfs niet en zijn enkel geïnteresseerd in hun eigen verhaal.

Mensen vinden het wel goed dat er iets gebeurd rond in armoede in hun streek. Mijn collega’s geven soms kleding mee en speelgoed.  Af en toe informeren ze naar het gezin waar ik op bezoek ga.

Ronny:

In het begin zijn wij naar Emilie en Nico toe gegaan met de uitnodigingen voor de bijeenkomsten, nu nodigen zij ons ook uit.  De groep mensen in armoede organiseert zelf  bijeenkomsten.

Het gaat er vaak chaotisch aan toe, maar dat hoort er bij. Het is ongedwongen en iedereen is zichzelf.

De manier waarop groepen zoals de Welzijnsschakels werken, is zinvol. Het is ook belangrijk dat er structureel gewerkt wordt rond onderwijs, gezondheidszorg, het OCMW…

De Welzijnsschakel moet er over waken dat het liefdadigheidsgehalte niet te groot wordt. De praktische hulp die we aan de mensen geven, moet een middel zijn om hen te leren kennen, maar mag geen doel op zich zijn.

Groepen zoals de Welzijnsschakels kunnen de mensen bewust maken van hun rechten en plichten en opkomen voor hun rechten.

Het begrip armoede moet zeer ruim bekeken worden. Mijn vader werkte bij de spoorwegen en mijn moeder was huisvrouw. Ze brachten 5 studerende kinderen groot. Materieel hadden we veel minder dan wat nu als normaal beschouwd wordt. Armoede heeft met veel meer te maken dan met het materiële alleen.

Anita:

Ik wil bij Emilie en Nico op bezoek blijven gaan, zonder vooroordelen, er mag gebeuren wat wil. Zelfs al slaan ze elkaar opnieuw of hervallen ze in druggebruik.

Emilie en Nico doen geweldig hun best om hun gezin in goede banen te leiden.  Het is altijd proper in huis, ze zijn veel met de kinderen bezig.  Ze hebben veel problemen maar ze proberen ze aan te pakken.

Zij springen in grote wilde sprongen door het leven, wij nemen kleine voorzichtige passen.

© Lieven De Pril