1) solidariteit
Mensen in armoede zijn vaak solidair met anderen die het moeilijk hebben. Ze kunnen zich maar al te goed inleven in diegene die het moeilijk heeft.
2) Overlevingsvaardigheden
Sommige mensen in armoede hebben overlevingsvaardigheden aangeleerd.
Door bij te klussen “in het zwart”, zorg je dat de ziekenhuisrekeningen toch betaald kunnen worden…
De overlevingsvaardigheden zorgen soms voor vooroordelen.
Nochtans zijn het vaardigheden die we ook kunnen bewonderen en ze zorgen er voor dat de hulpverlening niet nog meer belast wordt.
3) Draagkracht
Armen slagen er in om ondanks chaos en zware moeilijkheden toch te overleven.
Zij zijn door de omstandigheden soms soepeler geworden en passen zich snel aan veranderingen aan.
4) Rechtuit en “echt” zijn
Armen zeggen de zaken vaak zonder omwegen. Ze wikken hun woorden niet. Door bijvoorbeeld bij een hulpverleningsdienst op tafel te kloppen en de maatschappelijk werker eens duidelijk de waarheid te zeggen, lukt het soms om papieren in orde te krijgen.
Je weet wat je aan hen hebt. Ze moeten geen masker dragen.
5) Humor
Ondanks de miserie kunnen mensen in armoede soms blijven genieten, lachen en feesten.
6) Creativiteit
Mensen in armoede zijn soms erg creatief en kunstzinnig.
Ze schilderen, schrijven gedichten, zingen, boetseren, spelen toneel of zijn sterk in haartooi…Annie leerde uit noodzaak zelf het haar knippen van de kinderen. Ze knipt en kleurt ook haar eigen haar. Ze doet het zo goed dat de kinderen die uit huis zijn nog altijd bij haar terugkomen voor een kappersbeurt.
7) Het zorgende
Het zorgende hebben kinderen (en zeker de meisjes) die in armoede leven soms thuis meegekregen. Kleinere broers of zussen vertroetelen. De grootouders die inwonen verzorgen.
Het is dan ook niet te verwonderen dat wanneer de meisjes verder studeren ze al eens vaker kiezen voor een opleiding kleuterleidster, leerkracht, verzorgende of verpleegkundige.
Ze kiezen soms bewust zelf voor een (groot) gezin omdat ze daar kunnen doen waar ze altijd al goed in waren: zorgen en koesteren.
Voor hun kinderen willen ze strijden.
Het valt op dat tegenover de gevoeligheden vaak krachten staan, die we kunnen aanspreken als we ze zien en waarderen:
- Uitsluiting tegenover solidariteit.
- Gebrek hebben aan een aantal vaardigheden en daarnaast wel
overlevingsvaardigheden en zorgende vaardigheden ontwikkelen. - De wereld van de niet-armen niet kennen, maar wel een grote kennis van de wereld van armoede hebben.
- Een negatief zelfbeeld hebben, maar wel creatief zijn.
- Schuldgevoelens hebben, maar de eigen miserie toch humoristisch opnemen.
- Schaamte hebben omwille van het leven in armoede maar toch rechtuit zijn (vooral als ze opkomen voor hun kinderen).
- Moedeloos worden door de ellende die niet meer te overzien valt en toch een grote draagkracht hebben om voort te doen.
Mensen in armoede weten soms goed wat er moet veranderen in deze dolgedraaide samenleving. Ze staan met hun twee voeten in de harde werkelijkheid. Ze worden niet in slaap gesust door bijkomstigheden…
© Lieven De Pril